Geschiedenis en de Bewoners

Het huis dat de oorsprong vormt van het latere Foreestenhuis komt voor het eerst voor in de boeken vanaf de zeventiende eeuw. Van voor die tijd zijn er geen overdrachtsaktes gevonden. In 1671 komt het huis in handen van Jacob van Foreest (1640-1708). Vanaf deze periode is het huis eigendom geweest van opvolgende generaties van de tak van de familie Van Foreest in Hoorn. Via vererving is het huis achtereenvolgens het bezit van Nanning van Foreest (1682- 1745), een zoon van Jacob van Foreest, en Agatha van Foreest (1733-1801), een dochter van Nanning van Foreest.

Het huis wordt door de familie van Foreest gebruikt als woonhuis. Het is niet zeker of het huis al die tijd bewoond is geweest. De bewoners hadden namelijk meerdere woonhuizen en buitenhuizen in hun bezit. Maria Sweers kreeg via vererving een buitenhuis in de Beemster in het bezit. Nanning van Foreest erfde deze buitenplaats, maar kreeg via een andere tak van de familie Van Egmond van de Nijenburg ook de heerlijkheden Petten en Nolberman. Na zijn overlijden werd zijn nalatenschap verdeeld, waarbij Agatha van Foreest de buitenplaats erfde. Van Agatha van Foreest is het bekend dat zij een deel van het jaar in de Beemster doorbracht. Dat de bewoners ook buitenhuizen bezaten zou kunnen betekenen dat het Foreestenhuis niet altijd volledig bewoond is geweest.

Nadat deze Agatha van Foreest sterft komt het in 1802 na een openbare verkoop in het bezit van de Evangelisch Lutherse Gemeente in Hoorn voor een bedrag van 5650 gulden. Deze gemeente richt het pand in als kerkgebouw. In 1815 koopt de Remonstrantse gemeente te Hoorn het pand aan van de Evangelische Lutherse Gemeente voor een bedrag van 5300 gulden. Een deel van het pand wordt tot 1933 gebruikt als predikantswoning. De voormalige predikantswoning en de bovenverdieping werden na 1933 verhuurd aan verschillende instanties, waaronder de U.L.O. School, het Samenwerkingsorgaan West-Friesland (S.O.W.) en Rijkswaterstaat. Vanaf 1969 gaan de Doopsgezinde gemeente en de Remonstrantse Gemeente Hoorn samenwerken en maken sindsdien gezamenlijk van het huis als kerkelijk centrum gebruik.

Tegenwoordig is het Foreestenhuis in het bezit van de Doopsgezin-de- Remonstrantse Gemeente Hoorn, die een deel van de ruimtes op de bel-etage en de verdieping verhuurt aan een advocatenkantoor en centrum voor Computeropleidingen.

De remonstrantse gemeente heeft sinds 1815 een levendige geschiedenis gekend. Er hebben hier voorgangers gestaan, die hun carrière voortzetten als hoogleraar. Maar er was ook een periode van kommer en kwel door een gering ledental. Wel is deze gemeente steeds vrijzinnig geweest en is snel meegegeaan met deze nieuwe stroming in de 19e eeuw. De samenwerking met de doopsgezinden, ook in de jaren 1960 een vrijzinnige gemeenschap paste goed in de gedachten. Sinds 1969 is het een activieve gemeente, die zeker de laatste jaren een breed aanbod van culturele activiteiten ten toon stelt. Deze activiteiten sluiten ook nauw aan bij de andere culturele activiteiten, die inmiddels regelmatig in de kerkzaal plaats vinden. Denk hierbij aan concerten en kleine toneelvoorstellingen.

Sinds 1998 is de grote tuin achter het pand ingericht als bijbelse tuin. De aanwezige planten zijn genoemd in de bijbel, dan wel verwijst hun naam naar bijbelse voorstellingen.

De kleine groep leden toont een grote inzet voor het gebouw, voor de inhoud en voor de tuin.

Kilk hier voor meer informatie over het gebouw